blog
#vinden #doorstromen
06.11.2023
Leestijd 4 minuten

WVBAR: wat houdt het in?

De wet DBA (Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie) is bedoeld om duidelijkheid te verschaffen aan zzp’ers en opdrachtgevers over hun arbeidsrelatie, om schijnzelfstandigheid te voorkomen. In Nederland kunnen een zzp’er en een opdrachtgever een arbeidsrelatie aangaan, maar daar zijn voorwaarden aan verbonden. Om de beoordeling van arbeidsrelaties te verduidelijken, heeft demissionair minister Van Gennip een voorstel ingediend met de naam ‘Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden’. Ondanks de demissionaire status van het kabinet wordt dit proces voortgezet, en het voorstel kan op brede steun rekenen vanuit de Tweede Kamer. Maar wat houdt dit voorstel in?

De wet DBA is in het leven geroepen om de relatie tussen opdrachtgevers en zzp’ers te verduidelijken. De Belastingdienst wil schijnzelfstandigheid voorkomen, omdat een werknemer in loondienst bijdraagt aan sociale zekerheid, terwijl een zzp’er voor zichzelf verantwoordelijk is. Een groeiende groep zelfstandigen kan gevolgen hebben voor het socialezekerheidsstelsel.

Momenteel is het voor de Belastingdienst moeilijk om arbeidsrelaties correct te beoordelen, wat leidt tot onzekerheid bij zowel opdrachtgevers als zzp’ers. Het voorstel van demissionair minister Van Gennip moet duidelijkheid scheppen over wanneer er sprake is van een dienstverband en wanneer niet.

Voor zzp’ers, variërend van communicatiespecialisten tot ICT’ers, die als onderaannemer voor een opdrachtgever werken, bestaat de kans dat ze onder deze wet als ‘schijnzelfstandig’ worden beschouwd. Dit is een bewuste keuze van Van Gennip, omdat “elke zzp’er mogelijk schijnzelfstandig is, binnen ‘alle inkomens en alle sectoren’.”
 

Aanpassingen wet DBA

Dankzij het nieuwe wetsvoorstel hoeft een arbeidsrelatie niet langer aan drie voorwaarden te voldoen om te bestaan. Nu is ‘loon’, ‘gezag’ en ‘werk op persoonlijke’ titel leidend. Als aan deze drie criteria is voldaan, wordt pas gesproken van een dienstverband. Het nieuwe wetsvoorstel bestaat uit twee delen:

1. Criteria om het onderscheid tussen werknemers en zzp’ers te bepalen.

2. Een rechtsvermoeden van werknemerschap bij een tarief van €32,24 of minder.  Bij de beoordeling of iemand als zzp’er kan worden ingehuurd wordt gekeken naar de volgende criteria:

- Is er sprake van een gezagsverhouding?
- Vormt het werk een kerntaak binnen de organisatie (inbedding)?
- Is er sprake van zelfstandig ondernemerschap binnen de arbeidsrelatie?

Bij inbedding gaat het om werk dat mensen in loondienst ook uitvoeren: meedraaien met diensten en aanwezig zijn bij opdrachtgevers. Als de eerste twee punten ontbreken, dan kan iemand worden ingehuurd als zzp’er. Zijn punt 1 of punt 2 aanwezig, dan wordt gekeken of er sprake is van voldoende ondernemerschap binnen de opdracht. Kan hij of zij voldoende voor eigen rekening en risico werken? Dan kan de opdracht alsnog vervuld worden door een zzp’er.

 

Het tweede deel van het rechtsvoorstel betreft een rechtsvermoeden van werknemerschap. Kort gezegd houdt dit in dat als iemand voor een uurtarief lager dan €32,24 werkt, een rechtsvermoeden is dat hij of zij als werknemer gezien moet worden. Het gevolg? Deze persoon kan later bij de rechter eisen dat hij of zij recht heeft op bijvoorbeeld minimumloon, ontslagbescherming en doorbetaling bij ziekte. Het is aan de opdrachtgever om bewijs te leveren waarom de werkende toch echt een zzp’er is.

 

Internetconsultatie

Het wetgevingsproces van het voorstel verloopt anders vanwege de demissionaire status van het kabinet. De ministerraad heeft eind september ingestemd om een internetconsultatie te starten over de wet. Vanaf 6 oktober hebben sociale partijen, belanghebbenden en andere betrokken partijen minimaal vier weken de tijd om te reageren. Internetconsulatie biedt betrokkenen de kans om hun zorgen en suggesties te delen en invloed uit te oefenen op de uiteindelijke wetgeving. 

Diverse partijen uit de branche nemen actief deel aan deze consultatie, om ervoor te zorgen dat alle belangen worden meegenomen in het wetgevingsproces. Naderhand worden de reacties verwerkt waarop de Raad van State advies geeft, waarna de wet naar de Tweede Kamer gaat voor verdere behandeling.

Aankomende verkiezingen

In de tussentijd zijn er verkiezingen, en dit onderwerp staat op de agenda van de formatie. Het is mogelijk dat de Tweede Kamer nog moet beoordelen of het voorstel ‘controversieel’ is en dan wordt er in de Tweede Kamer verder niet over gesproken. Er zijn namelijk verschillende opvattingen over hoe de beoordeling van arbeidsrelaties moet worden vereenvoudigd en welke criteria moeten worden toegepast.

Sommige politieke partijen en belanghebbenden hebben bezwaren geuit tegen bepaalde aspecten van de wet, en dit heeft al geleid tot discussies en debatten. De verkiezingen kunnen de politieke koers veranderen en invloed hebben op de voortgang van het wetsvoorstel, wat kan leiden tot wijzigingen in de wetgeving of de implementatie ervan.

Blijf op de hoogte van alle ontwikkelingen rondom dit onderwerp op onze speciale webpagina over de WDBA

Benieuwd naar onze opdrachten?