blog
#wdba
07.03.2018
Leestijd 4 minuten

Roadmap vervanging Wet DBA

Afgelopen vrijdag 9 februari jl. heeft Minister Koolmees medegedeeld, met een brief aan de 2e Kamer, dat de opschorting van de handhaving van de Wet DBA is verlengd tot 1 januari 2020. De beoogde datum waarop het alternatief van de Wet DBA in werking treedt.

 

Met de opschorting zullen opdrachtgevers en opdrachtnemers tot 1 januari 2020 geen boetes of naheffingen krijgen indien achteraf een dienstbetrekking wordt geconstateerd waarbij men niet als kwaadwillende heeft gehandeld. De kamerbrief van Minister Koolmees kunt u hier lezen (pdf).

 

De Wet DBA wordt alleen gehandhaafd bij de ernstigste gevallen van kwaadwillenden. Dit zijn organisaties die opereren in een context van opzet, fraude of zwendel. Hierbij is mogelijk sprake van listigheid, valsheid of samenspanning en situaties die leiden tot ernstige concurrentievervalsing, economische of maatschappelijke ontwrichting of waarin het risico aanwezig is van uitbuiting. Uiteindelijk zullen vanaf 1 juli 2018 meer partijen als kwaadwillende aangemerkt worden.

 

Handhaving op 3 criteria

Dat wil zeggen dat handhaving met ingang van deze datum een kwaadwillende gekenmerkt wordt als een partij die opzettelijk een situatie van duidelijke schijnzelfstandigheid laat ontstaan of voortbestaan. Indien dit het geval is, moet de Belastingdienst in dat geval de volgende drie criteria bewijzen:

  1. Er is sprake van een (fictieve) dienstbetrekking (gezag, arbeid en loon);

  2. Duidelijke schijnzelfstandigheid is aanwezig binnen de relatie opdrachtgever en opdrachtnemer;

  3. Daarnaast is opzettelijke schijnzelfstandigheid aantoonbaar.

Alle drie de criteria dienen door de Belastingdienst te worden bewezen.

 

Inhuren via een Bovib-broker is veiligste optie

Inhurende organisaties kunnen niet gezien worden als kwaadwillend als ze inhuren via een broker die lid is van de Bovib en alvorens contractueel zaken afstemt met een zelfstandig professional zijn Tax Control Framework (TCF), ook wel beheersmaatregelen, uitvoert om na te gaan of betreffende zelfstandig ondernemer ook daadwerkelijk ondernemer is. Het TCF omvat het overleggen van een uittreksel KvK (niet ouder dan 3 maanden), bewijs BTW nummer en een positieve uitkomst van de Ondernemerscheck op de site van de Belastingdienst. Tezamen met een door de Belastingdienst goedgekeurde Bovib modelovereenkomst inclusief een juiste opdrachtomschrijving (opdracht met een kop en een start en duidelijk op te leveren resultaten) kunnen bovenstaande punten niet of nauwelijks door de Belastingdienst aangetoond worden als kwaadwillend. Indien de inhurende organisatie tevens 25% stort op de G-rekening van de broker (NEN 4400-1 gecertificeerd en gebruikmakend van de disculpatieregeling) loopt de inhurende organisatie 0% risico!

 

Moeilijk om dienstbetrekking te bewijzen

Het aantonen van een fictieve dienstbetrekking is al een lastige hobbel. Ook al zou er sprake zijn van “gezag” (de opdrachtgever bepaald “wat” er moet gebeuren en ook het “hoe”) dan nog als de ZP-er zich in voorkomend geval kan laten vervangen (geen verplichting tot het persoonlijk verrichten van arbeid) is een fictieve dienstbetrekking niet aanwezig! Andersom geldt hetzelfde. Als een ZP-er op basis van zijn specialisme niet kan worden vervangen, maar wel zelf bepaald “hoe” hij zijn opdracht uitvoert. In de nieuwe afspraken zal naar verwachting “duur” ook niet meer relevant zijn. Immers de Belastingdienst zelf heeft aangegeven dat een opdracht best wel 3 of 4 jaar kan duren, mist de opdrachtomschrijving een duidelijke “kop en een staart en op te leveren resultaten beschrijft!


Coachende rol van de Belastingdienst

Daar komt nog bij dat gesteld is dat de Belastingdienst een coachende rol heeft. Letterlijk heeft de Belastingdienst aangegeven dat als zij uiteindelijk alle drie de hierboven criteria kunnen bewijzen zij betreffende opdrachtgever verzoeken om de ontstane situatie zodanig te wijzigen dat een van de 3 criteria niet meer aanwezig zal zijn. Bij een volgende controle volgt eventueel nog een verzoek tot aanpassing. De kans dat de Belastingdienst daadwerkelijk een naheffing of boete oplegt is daarmee nihil, zeker gelet op de nog resterende periode tot 1 januari 2020.


De Staffing Groep blijft de Wet DBA nauwlettend volgen

In dit dossier dat continu in beweging is, kunt u op ons blijven rekenen. Zo zet De Staffing Groep haar beleid ten aanzien van de WDBA onveranderd voort. Wij blijven bij de inzet van zelfstandig professionals controleren op het tegengaan van een fictieve dienstbetrekking en schijnzelfstandigheid. Met alle zelfstandig professionals sluiten wij een goedgekeurde Bovib modelovereenkomst af en doen wij een compliance check op hun zelfstandigheid. Bij constatering van de aanwezigheid (of het vermoeden) van een fictieve dienstbetrekking of schijnzelfstandigheid informeren wij u als opdrachtgever direct. En De Staffing Groep blijft u als opdrachtgever vrijwaren voor alle inhuurrisico’s.