blog
#binden
12.11.2023
Leestijd 3 minuten

De gevolgen van het verwerpen van de Wet werken waar je wilt

Werken op afstand is sinds de coronapandemie een blijvertje. Het percentage thuiswerkers steeg naar 50 procent na de oproep van de overheid. In veel beroepen hebben werknemers nu de mogelijkheid om met hun werkgever afspraken te maken over thuiswerken. De Wet ‘Werken waar je wilt’ was een initiatief van demissionair Tweede Kamerleden Van Weyenberg (D66) en Maatoug (GroenLinks). De initiatiefnemers beoogden na de pandemie een nieuwe standaard te vinden voor het evenwicht tussen thuiswerken en werken op locatie. Het wetsvoorstel bood werknemers meer flexibiliteit waar ze hun werk kunnen uitvoeren. Op 26 september 2023 heeft de Eerste Kamer hetwetsvoorstel verworpen. Maar wat hield dit wetsvoorstel nu eigenlijk precies in? En wat kunnen we nu verwachten op de werkvloer?

Het doel van de ‘Werken waar je wilt’ wet was om werknemers de mogelijkheid te gevenflexibel te werken. Dit betekende onder andere dat werknemers meer vrijheid zouden krijgen om te kiezen waar ze hun werk wilden uitvoeren, bijvoorbeeld thuis of op een locatie buiten kantoor. Een werkgever mocht het verzoek van een werknemer om thuis te werken alleen afwijzen als er sprake was van een redelijk of billijk belang.

De wet was een reactie op deveranderende werkpatronendie ontstonden als gevolg van de coronapandemie.

Uitrecent onderzoekvan CNV blijkt dat steeds meer werkgevers hun medewerkers verplichten om op locatie te werken. Ruim 80 procent van de werknemers werkt hybride, waarbij 42 procent het liefst thuis werkt. Voor 63 procent helpt thuiswerken om gezond te kunnen blijven werken. Ook werkt 69 procent van de 1.000 ondervraagden thuis efficiënter en effectiever dan op kantoor.

Ondanks dat de wet door de Tweede Kamer aanvankelijk werd goedgekeurd, is het in de Eerste Kamer afgewezen. Dit heeft geleid tot veel vragen en discussies over de toekomst van werken in Nederland.

Nu het wetsvoorstel door de Eerste Kamer is verworpen, komt er verder geen vervolg. Op dit moment blijft deWet flexibel werkvan kracht. Wat zijn nu de belangrijkste gevolgen van de afwijzing van het wetsvoorstel?

·Meer nadruk op overleg: Werkgevers kunnen mogelijk meer nadruk leggen op overleg met werknemers over arbeidsvoorwaarden, waaronder de mogelijkheid om op afstand te werken.

·Hybride werken: Hoewel de wet is afgewezen, heeft de pandemie aangetoond dat hybride werken populair is bij veel werknemers. Dit betekent dat werkgevers mogelijk nog steeds hybride werkopties zullen aanbieden om talent aan te trekken en te behouden.

·Flexibiliteit blijft belangrijk: Werknemers zullen blijven zoeken naar werkgevers die flexibiliteit bieden in hun werklocatie en -tijden. Dit kan een belangrijk aandachtspunt worden in de strijd om talent.

Veel werknemers willen niet fulltime meer aanwezig zijn op kantoor. Werkgevers kunnen werknemers tegemoetkomen met de volgende drie aandachtspunten:

·Meer onderhandelingen: Onderhandelen over werkvoorwaarden komt mogelijk vaker voor. Tijdens de onderhandelingen moeten ook de voorwaarden voor de mogelijkheid om op afstand te werken worden besproken.

·Talent aantrekken: In een competitieve arbeidsmarkt kan het slim zijn om talent aan de organisatie te binden door flexibele werkopties aan te bieden.

·Heroverweging van werkplekken: Voor sommige werkgevers is het een optie om de fysieke kantoorruimte te heroverwegen en over te stappen naar een hybride werkmodel, waarbij werknemers deels op kantoor en deels op afstand werken.

Hoewel het wetsvoorstel is afgewezen door de Eerste Kamer, betekent dit niet het einde van flexibel werken. Zowel werkgevers als werknemers zullen blijven streven naar flexibiliteit in werklocatie en -tijden. Het is belangrijk dat beide partijen het gesprek met elkaar aangaan en samenwerken om werkvoorwaarden te creëren die aansluiten bij hun behoeften en doelen.